Sandra van Bommel schreef op donderdag 22 juli 2010, 14:28:
> Dat overgewicht
IR kan veroorzaken en
IR bevangenheid wist ik al
> Maar de discussies over bevangenheid op dit moment gaan altijd over
> glucose.
> Maar wat als dat nu niet de oorzaak is, maar puur overgewicht?
Het zijn geen verschillende dingen, maar allemaal symptomen van hetzelfde probleem.
Er is inmiddels aangetoond door Pollitt dat het de insuline is die de
hoefbevangenheid veroorzaakt. Insuline is het hormoon dat er voor zorgt dat een overmaat aan suiker door de cellen wordt opgenomen en wordt omgezet in vet. Insuline wordt door de alvleesklier gemaakt.
Hoe hoger de hoeveelheid insuline in het bloed, hoe hoger de kans op
hoefbevangenheid.
Er zijn een paar redenen waarom de productie van insuline hoog kan oplopen:
1) Direct na de opname van een koolhydraatrijke maaltijd. Omdat het suikergehalte in het bloed oploopt, moet er meer insuline worden aangemaakt om de vetcellen het overschot te laten opnemen.
2) Bij overgewicht. Hoe meer overgewicht je hebt, hoe meer insuline er nodig is voor hetzelfde effect. Bij gelijkblijvende omstandigheden zal iemand die overgewicht heeft meer insuline in zijn bloed hebben. (Dat is ook de hoofdreden waarom iemand met diabetes als de raphazen moet afvallen).
3) Bij
insulineresistentie. Hierbij zijn de vetcellen min of meer "doof" geraakt voor de boodschap van de insuline, zodat er veel meer insuline nodig is om de vetcellen het overschot aan suiker te laten omzetten. Iemand met
insulineresistentie loopt daardoor rond met insulinewaarden die vele malen hoger zijn dan bij iemand die geen
insulineresistentie heeft (bij een zelfde suikergehalte).
Dit zijn allemaal problemen met hetzelfde gevolg: een verhoogd insulinegehalte in het bloed.
Het interessante is dat deze drie punten, hoewel verschillend van aard, dezelfde oorsprong hebben, en eigenlijk allemaal zijn terug te voeren op de consumptie van teveel koolhydraten. Meestal verlopen ze in de volgorde waarin ik ze hierboven heb weergegeven: Iemand die teveel koolhydraten eet heeft direct al een te hoog insulinegehalte, maar zal na verloop van tijd ook een overgewicht verzamelen. Door het grotere aantal vetcellen is er (bij gelijkblijvend suikergebruik) uiteindelijk nog meer insuline nodig. Uiteindelijk leidt deze vicieuze cirkel tot defecten in de koolhydraathuishouding. Bij mensen is het meestal de alvleesklier die de insulineproductie niet meer kan bijbenen; je wordt dan diabeet, en de standaard oplossing is om dan extra insuline bij te gaan spuiten. Bij paarden is de alvleesklier veel krachtiger, en is in staat om veel meer insuline te produceren, en zijn het juist de vetcellen die min of meer verdoofd raken door de insuline en er nauwelijks meer op reageren. We noemen dat
insulineresistentie.
Al deze problemen zijn simpelweg te voorkomen (en deels te genezen) door de hoeveelheid koolhydraten te minimaliseren.
Het is een vuil spelletje dat door de voederfabrikanten wordt gespeeld om al het zetmeel in hun graanproducten (= koolhydraten) te verzwijgen, en de focus te leggen op koolhydraten in het gras. Bij normale weersomstandigheden is het gehalte aan koolhydraten vele malen lager dan de hoeveelheid koolhydraten in graanproducten. Bovendien geven de vezels in gras/hooi een soort vertraging aan de opname van die koolhydraten, zodat de bloedsuikerspiegel geleidelijker stijgt, niet zo hoog oploopt, waardoor de piekwaarden van de insuline veel lager blijft. Het zijn juist de snel opneembare koolhydraten die de grootste problemen veroorzaken. Pure suiker als bekendste, maar graanproducten zijn een goede tweede.
Graanproducten zijn vergif voor paarden.
Frans