Hallo,
Zoals beloofd, ik zou nog terugkomen op het onderwerp bemesting (en laminitis). Ilona dankjewel voor het sturen van het artikel over fructosen; maar die informatie was voor mij niet nieuw. Goed van je dat je verder gaat verdiepen in de effecten van verschillende soorten bemesting, en onkruidbestrijders!
Laminitis oftwel
hoefbevangenheid is een complexe ziekte. Het is nog lang niet 100% duidelijk hoe en wat precies. Wel is aangetoond dat onder andere hoge WSC-gehaltes in gras tot laminitis kunnen leiden. WSC zijn in water oplosbare suikers, zoals fructaan en fructose. Dit verband betreft overigens geen rechtstreeks oorzaak-gevolg verband; hoge WSC opnames door het paard leiden tot veranderingen in de biochemische balans in de darmen van het paard. Onder invloed van de suikers vermeerderen bepaalde bacteriën en microflora in de darmen zich explosief, bijv. Streptococcus bovis, terwijl andere soorten deze waarden juist niet overleven. Zeer waarschijnlijk leidt dit tot een intern vergiftigingsproces, en ontstaat als gevolg daarvan laminitis.
Maar er zijn ook verbanden aangetoond tussen serotonine-gehaltes (serotonine is een neuro-transmitter) en laminitis. Corticosteroiden spelen via hun invloed op serotonine ook een waarschijnlijke rol.
Verder is aangetoond dat opgaat hoe meer kunstmest en pesticiden zijn gebruikt op het gras, hoe groter de kans op laminitis bij de paarden die dit eten. En langdurig anti-biotica gebruik, ernstige hormoon disbalans bijv. door de ziekte van cushing, long-infecties, een niet geheel afgekomen placenta etc etc kunnen ook allemaal leiden tot laminitis. Met andere woorden het is een complex waarvan nog vele puzzelstukjes missen!
Hoge WSC gehaltes ontstaan bij stress in de plant (niet bij alle planten, sommige planten maken helemaal nooit WSC aan, andere planten gemakkelijk en weer andere planten alleen in extreme gevallen). De hoog-productieve grassen zoals engels raaigras die vaak in paardenweiden worden gebruikt maken relatief gemakkelijk WSC aan ;-(
Bemesting is een van de factoren die stress in de plant kunnen veroorzaken. Als gevolg van de bemesting verandert in korte tijd het micromilieu rondom de plant gigantisch! Niet alleen het aanbod van groeistoffen verandert maar als gevolg va de mestgift kunnen ook bepaalde micro-organismen zich enorm vermenigvuldigen terwijl andere soorten juist de das wordt omgedaan. Vandaar mijn verbazing over de opmerking in een eerdere mail waarin Frans veldman schreef bemesting geeft een verminderde kans op
hoefbevangenheid.
Naar mijn idee houdt goed weidebeheer voor paardengraasland ondermeer in:
** voorkom drastische veranderingen van het (micro)milieu
** gebruik liefst een mengeling van grassoorten en soorten die niet zo snel hoge gehaltes aan WSC produceren
** wees niet benauwd voor "on"kruid ! (ik heb een hekel aan dat woord omdat veruit de meeste planten die onkruid worden genoemd een zeer nuttige functie hebben, OOK of soms JUIST in de paardenwei)
** verwijder echt ongewenste planten zoals jacobs kruiskruid met de hand (en tuingereedschap). Wees blij met brandnetels, weegbree, vogelmuur, akkermunt, zuring etc! Een eenzijdige beplanting is heel onnatuurlijk! Paarden in de natuur eten gemiddeld meer dan 100 verschillende soorten planten per dag, natuurlijk zitten hier fluctuaties in al naar gelang het gebied en het seizoen.
** Als een van de planten zoals brandnetel of boterbloem gaat woekeren ten koste van het gras kun je ze *
natuurlijk* met wortel en al verwijderen (dus alsjeblieft geen pesticides, gewoon een goede schop en je handen). Boterbloemen zijn overigens in lichte mate giftig (de ene boterbloemsoort wat meer dan de ander) maar worden door paarden gemeden vanwege de vieze smaak. Gedroogd in hooi zijn boterbloemen voor zover ik weet niet giftig meer, maar hier ben ik niet 100% zeker. Iemand anders die dit wel met zekerheid weet?
** probeer overbegrazing te voorkomen want overbegrazing is vaak het begin van veel ellende. Zelfs als je niet zoveel land hebt probeer dan door perceeltjes te maken overbegrazing te voorkomen.
** laat af en toe de bodem onderzoeken, zeker als je moet beslissen over wel of geen kalkgift en dergelijke. Maar leer vooral om gewoon goed te KIJKEN naar je graasland; wat er wel en niet groeit zegt heel veel over de gezondheid en samenstelling van de bodem en het samenhangende micromilieu.
** gebruik schelpenkalk als een kalkgift echt nodig is (geen landbouwkalk). En veel liever vaker een beetje dan ineens een heleboel.
** over het algemeen doe liefst zo weinig mogelijk; je doet al snel meer kwaad dan goed. Je weiland heeft een delicate balans die je gemakkelijk verstoord door bijv. kunstmest of (on)kruidbestrijders!
** over de nadelen van kunstmest heeft Piet al heel goede informatie gegeven in message
# 4840. Als een gift van groeistoffen nodig is, gebruik dan liefst wormencompost (zoals door Piet beschreven, message
# 4553) of een groenbemester bijv. luzerne.
Vriendelijke groeten, Lianne