Nils Vellinga schreef op zondag 26 juli 2009, 15:11:
> HC wil niet weten dat de hoewanden hier relatief zeker zo sterk
> zijn.
Relatief ten opzichte van de ondergrond inderdaad net zo sterk. RELATIEF!
Dat is nu net de kern: het evenwicht tussen de kracht van binnen naar buiten door het gewicht erop en de vervomingsweerstand van de hoefwand.
Ceterus paribus is de modale hoefwand van een NL polderpaard niet bij benadering zo sterk als een vergelijkbare hoedwand hier.
Lees wat de ervaring van Frans daar hier mee was: ´alsof je een granieten aanrechtblad probeert te raspen´ schreef hij.
It´s elementairy my dear Nils en helemaal in lijn met wat je zelf net een paar posts terug beweert. De hoef wordt/is als de ondergrond.
Je mag dus niet verwachten dat een NL polderpaard dezelfde hoeven ontwikkelt als een andalusische campocrosser of een mustand in een marginale rotwoestijn. Je moet dat dus ook niet nastreven.
De paardenhoef is verder een schoolvoorbeeld van vorm volgt functie; moeras en bergmassief zijn niet het habitat waar die geëvolueert zijn. Hoeven uit die milieus zijn wel representatieve aanpassingen aan die leefomstandigheden, niet reprensentatief voor een modaal hoefmodel voor het natuurlijke voorkeurshabitiat van het paard.
Dit laatste punt is met name hier heel interessant omdat we nu in een klimaatperiode zitten waarin de voorouder van de andalusische campocrosser letterlijk en exact híer voorkwam.
De paarden die in de dehesa hier in de wijde omgeving extensief gehouden/geteeld worden, leven vergelijkbaar met hun voorouders 20.000 jaar geleden in exáct hetzelfde habitat.
Geografische locatie, ondergrond, klimaat, begroeïng en diersoort stemmen exact overeen...
hc