Piet schreef op vrijdag, 9 september 2005, 11:23:
> Den ouwen Carlos ga  ik  maar  niet  meer  aandoen  erop  te 
 > klimmen,  hij  zou eens  kunnen  breken.
 > As  ik m'n hersens  thuislaat en niet  kan  voelen  met   m'n 
 > kont,  dan  moet  ik wel  kijken met  m'n  ogen  dicht  he :)
 >  Maar tegen zoveel  ervaring  wil ik  niet  op  kunnen.
 > We  gaan  pulp  proberen ! Met  havens  achter de  hand.
 > Piet
 > natuurlijk Natuurlijk!
Hoi Piet, vroeg me toch af hoe dat zat met die suiker in bietenpulp omdat ik meende daar al eens iets over gelezen te hebben. 
Dus even googlen en dit vind ik in een stuk tekst van Anneke Hallebeek. 
Misschien heb je er wat aan. 
Relatie voeding - 
hoefbevangenheidUit onderzoek is duidelijk geworden dat 
hoefbevangenheid kan ontstaan als een paard te veel stoffen binnenkrijgt die snel fermenteerbaar (verteerbaar) zijn. * Snel fermenteerbare voedingstoffen die met 
hoefbevangenheid worden geassocieerd zijn zetmeel (
krachtvoer), fructaan (in gras) en pectine (in bietenpulp). * Een overschot aan deze stoffen verstoort de darmflora in de blinde en de dikke darm. De hoeveelheid melkzuurbacterie wordt dan te groot waardoor het milieu in de darmen te zuur wordt. Bepaalde darmbacteriën sterven af, waarbij endotoxinen vrijkomen (een soort giftige stoffen). De darmwand laat deze stoffen te makkelijk door, waardoor ze in het bloed komen. De endotoxinen verstoren de kleine bloedvaatjes, met name die in de hoeven. Dat geeft een soort zwelling en de 'lamellen' waaruit de hoef is opgebouwd, worden als het ware uit elkaar getrokken. Daardoor kan het hoefbeen losraken en in ernstige gevallen onder uit de hoef naar buiten komen. 
Een andere mogelijke oorzaak van 
hoefbevangenheid wordt gevormd door afbraakproducten van bepaalde eiwitten. Deze eiwitten zijn altijd in het spijsverteringskanaal aanwezig, maar als er te veel zijn en de darmwand verhoogd doorlaatbaar is, ontstaan problemen. 
Preventie
Om 
hoefbevangenheid te voorkomen is een goed voerbeleid belangrijk. Enkele aandachtspunten:
·    De overgang naar ander voer moet altijd geleidelijk gemaakt worden. Dit geldt met name voor ruwvoer (bijvoorbeeld bij het overschakelen van hooi op gras). 
·    Geef nooit beschimmeld voer.
·    Let op de samenstelling van het voer: niet te veel makkelijk fermenteerbare vezels (zetmeel, pectine, fructaan). 
·    Genoeg vezels (structurele koolhydraten). 
·    Houd het paard van de wei als het fructaangehalte hoog is. Fructaan is een suiker in gras, een reservestof die bijvoorbeeld gebruikt wordt als het donker is. Als het overdag warm is en 's nachts koud, zit er 's ochtends veel fructaan in het gras. Aan het eind van de ochtend neemt het gehalte weer af. Je kunt je paard op die dagen beter niet te vroeg op de wei zetten.