Hoefbevangenheid door giftige resestenties in grassen
Dr. Renate U. Vanselow.
“Economie “ heeft een prijs
De economisch belangrijkste grassoorten in de veehouderij over de hele wereld zijn de zogenaamde Festuca-Lolium-complex grassen (CRAVEN & SCHARDL Not date). Hiertoe behoren Engels raaigras (Lolium perenne) en Italiaans raaigras (Festuca multoflorum), beemdlangbloem (Festuca pratensis) en rietzwekgras (festuca arundinacea). Deze grassen zijn van nature zo nauw aan elkaar verwant dat ze ook zonder toedoen van de mens hybriden voortbrengen. Daarom worden de breedbladerige zwenkgrassen sinds kort ook tot de raaigrassen gerekend (Lolium pratensis, Lolium arundinaceum) De grassen van dit complex leven vaak in symbiose met schimmels van het geslacht Neotyphodium (REINHOLZ 2000).
Deze schimmels behoren tot de familie van de moederkorenschimmel (Lenuweit et al. 2002), maar in tegenstelling to deze bijzonder giftige parasieten leven de schimmels in de weidegrassen als symbionten, volledig verborgen binnen het plantenlichaam tussen de cellen van de plant (Paul 2000) Daarom worden ze “endofyten” genoemd, van endo: Grieks voor binnen, en phyton: Grieks voor plant. Ze zijn niet zichtbaar met het blote oog en hun aanwezigheid kan alleen in een laboratorium worden vastgesteld.
Tientallen jaren lang werden resistente grassen geteeld zonder dat men zich eigenlijk bewust was van de aanwezigheid van deze endofyte sympionten of begreep hoe ze functioneerden (Hopkins ET AL. 2007, Ball ET AL. No Date).Tegenwoordig weten we dat het aan de symbionten te danken is dat deze grassen bestand zijn tegen ongunstige weersomstandigheden (vorst, droogte, overstromingen), overbegrazing, tekort aan voedingstoffen of parasieten (Hopkins ET AT. 2007). De economische buitengewoon interessante resistenties (Hopkins ET AL. 2007, Lenuweit ET AL. 2002, Paul 2000, US Patente 1998, 2004 en 2006) hebben zoals alles een prijs (Reinholz 2000): de door de schimmels geproduceerde substanties die het gras resistent maken, zijn ten dele erg giftig voor grazers. Vooral paarden reageren bijzonder gevoelig (Duringer 2007a,b, Reed 1999a)