mijn ervaring met draven aan de lange teugel was om eerst ze de ruimte te geven om te versnellen in die draf. Mijn paard had ook altijd een hoger tempo bij wegdraven dan uiteindelijk. Dus ik liet haar aandraven en 'rende' een stukje mee waarna ze na een pas of 4 iets langzamer ging (rennen werd snelwandelen) dat echt een pas of 3 terug naar stap en belonen, nog een keer aandraven. Lekker doorgaan met schouderbinnen en buiten, wijken mee pakken misschien zelfs. Zo worden ze langzaam maar zeker sterker en kunnen dan ook steeds langzamer gaan draven, en zelf rustige overgangen maken.
Veel geduld, veel oefeningen voor de achterhand was bij mij de oplossing en vooral in de draf het feit dat ze aandraven belonen, het langzame komt wel was mijn idee. Dus dat is drie passen meerennen en dan snelwandelend (wat een loop conditie krijg je daar van zeg!)
er bij mee lopen. Ik heb me niet zo strikt gehouden aan piets manier dat ze meteen niet mochten versnellen. De mate van verzameling die daarvoor nodig was, was op dat moment voor ons niet haalbaar maar komt steeds dichterbij!
Heb je hier iets aan?