Een handige manier om te bepalen of de hielen lager kunnen of niet (en om ze netjes gelijk te krijgen) is door het te meten vanaf de haarlijn aan de achterkant van de hoef. Als je pony erg harige voeten heeft kun je misschien even een stukje wegknippen aan de achterkant. Meet vanaf de haarlijn boven de zijdelingse straalgroeve (zet daar als dat makkelijker is een streep met viltstift). Bij echte kleine ponies zoals minis en shetjes moet de afstand 2 cm zijn, bij welsh A en groter 2,5 cm. Markeer de afstand dan aan beide kanten en trek de lijn tussen deze twee punten door. Deze lijn heet je basislijn. De hielen moeten deze lijn raken. Maar let op: Vijl de hielen niet schuin naar achteren. De hielen moeten een mooi platvorm vormen, een driehoek die bestaat uit hoefwand aan de buitenkant, steunsle aan de binnenkant en zool daartussen in. De hoefwand voor de hiel moet duidelijk lager zijn.
Je ziet op de plek van de basislijn ook vaak een kleurverschil tussen straal en hoefbal, of een barstje in de huid of een ribbeltje in de hoefwand. Bij grotere paarden zie je hier ook vaak de flapjes van de periplum huid omkrullen, of er loopt een horizontale lijn aan de achterste deel van de straal. Bij kleinere ponies is het flapje van het perioplum geen betrouwbare aanwijzing.