eddy DRUPPEL schreef op vrijdag 15 januari 2010, 17:35:
Ze overvraagd het paard.
Het paard word teveel/te lang op druk gereden, daardoor duikt/valt hij op de voorhand, en krijg je onregelmatige passen.Er is geen goede verbinding. (ze houd haar handen erg hoog). Als ze het paard niet zo zou overvragen zou hij er achter goed onder blijven. Kleinere stukjes verruimen, en weer terug te rijden, op die manier kan je het steeds verder uitbouwen, zodra je voelt dat je paard iets gaat hangen van de achterhand af komt, sneller gaat (moet je voor zijn) weer terug rijden, zodat je het stabiel kan houden, en daardoor met takt en regelmaat weer naar iets ruimer, en zo balans kan houden.
De pirouette wordt ingezet terwijl de basis galop/buiging niet goed is. Appyement is achterhand voor, paard is niet goed op de achterhand komt daardoor moeizaam voowaarts, paard gaat daardoor "krabbelen" niet ruim vanuit de schouder omdat de ruimte er voor niet is, n.l. op de voorhand.
Anita