Lieve Baas,

Geef mij te eten en te drinken en zorg voor mij.

Geef mij een weide met goed gras waar ik me heerlijk kan voortbewegen.
Voor elk hapje een stapje.

Geef mij een plek om te schuilen wanneer het hard regent of waait.
Laat mij niet in de modder staan, maar geef mij een plek waar ik altijd droog kan staan.

Spaar mijn gevoelige mond, doe er geen stuk ijzer in. Daar is mijn mond niet voor gemaakt.
Ook zonder dit stukje ijzer wil ik met je meewerken, samen zullen we veel plezier hebben.

Sla mij niet met de zweep als ik mijn best doe.
Wees niet ruw als ik je niet direct begrijp, maar geef mij de tijd om te leren.

Onderzoek mij, als ik niet eet, mogelijk heb ik een zieke tand of is er iets mis met mij en heb ik pijn.

Zet mij niet te kort vast en coupeer mijn staart niet, 't is het enige wapen dat ik heb tegen de vliegen.

Als ik je niet meer van dienst kan zijn, laat mij dan niet verhongeren of kou lijden.
Stuur mij niet naar de slacht, maar geef me een plek waar ik gewoon paard kan zijn.