Michiel schreef op dinsdag 7 november 2006, 10:51:
> Aan Jurriën heb ik gezien dat sedatie een geschenk was.
> Ook na de dag van behandeling liet hij zich gemakkelijk in
> de mond pakken, geen spoortje van trauma.
Cedric schreef:
>> Als je
>> boor op het oppervlak van de tanden 45 graden heeft wat zeer
>> laag is dan kan dit oplopen door zuiver fysiche wetten tot 65
>> graden(temperatuur waarbij eiwitten al gedenatureerd zijn) aan
>> het oppervlak van de pulpa met alle gevolgen vandien.
Hoi allemaal
Hier nog een brief van Melissa Arts die meer licht werpt op onze zoektocht naar een goede tandarts, ik had haar Cedric's standpunten gemailt zoals Cedric hier op het forum verwoord heeft. Haar antwoord gaat daarop in.
------------------------
Beste Michiel,
Bijgaand stuur ik je mijn antwoord op jouw vragen.
Je mag de tekst gebruiken voor het forum, mits je daarbij vermeld dat de materie heel complex is en dat mijn stukje eigenlijk ook al te kort is om een gefundeerd antwoord op jouw vragen te geven. Ik verzoek je daarom ook de integrale tekst te gebruiken en er geen stukjes uit te knippen.
Met vriendelijke groeten,
Melissa Arts
--------------------
Overpeinzingen aangaande tandheelkundige handelingen bij paarden
november 2006
Melissa Arts
tandheelkundig dierenarts voor paarden
Kijk allereerst op onze website
www.dekleinesmaalhorst.nl onder: Focus, daar vind je onze visie aangaande het sederen van paarden ten behoeve van tandheelkundige handelingen.
Uit familie ervaring (mijn vader is ook “DDS” , dat wil zeggen: doctor in dental surgery, in het Nederlands gewoon tandarts) weet ik dat mensen met een handicap die tandheelkundig behandeld moeten worden, ook een sedatie krijgen. Mijn vader behandelde vroeger deze patiënten in samenwerking met de dokter die de patiënten de sedatie toediende.
De vraag of er zenuwschade optreedt door het gebruik van elektrische apparatuur, is moeilijker te beantwoorden. De crux zit hem in diegene die de apparatuur bedient. Je moet je van alle voors en tegens goed bewust zijn terwijl je werkt. Als je dat in het hoofd houdt, kun je veilig werken.
Zenuwschade treedt op als er te veel van het element (= een tand of kies) afgehaald wordt, of als het element te warm wordt. Als er te veel van het element afgehaald wordt, wordt de zenuw niet meer beschermd door het dentine (= tandbeen). Met elk soort gereedschap, hand of elektrisch, kan er te veel van het element afgehaald worden. Met elektrisch gereedschap gaat het echter sneller en daardoor kan het ook sneller fout gaan.
Om te kunnen beoordelen of er meer van het element afgehaald kan worden, is het van belang goed te kijken. Het paard moet zijn hoofd hiervoor voldoende stil houden en vooral de tong ontspannen. Hiervoor moet het paard gesedeerd zijn. Verder is een fel licht nodig om in de mond voldoende te kunnen zien.
Met name als het gereedschap niet scherp is, kan het te lang duren voordat er voldoende van het element af is. Onderzoek heeft uitgewezen dat na drie minuten vijlen op één plaats van een element, een zodanige hitte veroorzaakt wordt dat er zenuwschade optreedt.
Ik let er daarom op dat mijn gereedschap scherp is. Dit is uiteraard relatief duur, omdat vijlen eerder vervangen moeten worden.
Met scherp gereedschap is elk element in maximaal 20 seconden klaar. Als er toch meer gedaan moet worden, stop ik en spoel ik eerst de mond van het paard met water en kijk ik om te controleren of de behandeling goed verloopt. Indien nodig ga ik daarna pas weer verder. Ook hier geldt weer dat de kwaliteit voor mij maatgevend is. Het is mogelijk een gebit sneller te behandelen dan de tijd die ik meestal nodig heb. Aangezien tijd geld is, kan het ook op dit front dus goedkoper.
Vermoeidheid is een andere factor die de kwaliteit van het werk beïnvloedt. Het behandelen van het gebit van een paard is fysiek zwaar werk. Het werken met elektrisch gereedschap is minder vermoeiend dan met handgereedschap. Elektrisch gereedschap maakt het mogelijk om langer scherp te blijven en daardoor hoge kwaliteit werk te leveren.
Op het ogenblik is er geen goede watergekoelde apparatuur op de markt beschikbaar. Het ironische is dat tot en met de Tweede Wereldsoorlog dergelijke apparatuur wel beschikbaar was. Vanaf die tijd is de economische waarde van het paard sterk gedaald. Door de komst van de brandstofmotor en vooral de tractor, waren paarden niet meer nodig. Veel kennis over het houden van paarden is sinds die tijd verloren gegaan. Zo ook de technieken en apparatuur voor de tandheelkunde bij paarden. Pas de laatste jaren wordt deze achterstand ingehaald.
Zolang er geen goede en betaalbare watergekoelde apparatuur beschikbaar is, moeten we ons behelpen met de beschikbare apparatuur. Zelf los ik dit op door bewust te werken om schade door oververhitting van elementen tijdens de behandeling te voorkomen. Zoals ik hierboven al heb beschreven, doe ik dit door slechts korte tijd achter elkaar een kies te vijlen en tussendoor regelmatig met water te spoelen.
Zelf vind ik een goede diagnosestelling van het allergrootste belang. Voordat ik ook maar iets aan het gebit van het paard verander, ga ik eerst kijken. Nadat duidelijk is wat er allemaal moet gebeuren besluit ik wat er tijdens die behandeling gedaan kan worden. Alle ingrepen aan het gebit moeten vervolgens secuur en met grote voorzichtigheid uitgevoerd worden. Ik ben er van overtuigd dat je uiteindelijk moet trachten zo min mogelijk in de mond te veranderen. Door deze manier van werken kunnen de paarden na de behandeling gewoon weer eten en zullen niet weken lang voer weigeren of slecht eten.
Tenslotte nog een paar opmerkingen over de opleiding in Idaho. De “Academy of Equine Dentistry” in Idaho is geen universitaire opleiding. Er studeren mensen met heel verschillende achtergrond, maar de meeste cursisten hebben weinig of geen opleiding in de diergeneeskunde of dierverzorging.
Zelf heb ik één cursus gevolgd in Idaho. Ik ben het niet altijd eens met de methoden die daar onderwezen worden. Ik ben vooral van mening dat de in Idaho onderwezen werkwijze te rigoureus is. Veel van de volgens de “Idaho methode” behandelde paarden kunnen weken daarna niet goed eten.
Als dierenarts ben ik sinds mijn opleiding andere wegen gaan bewandelen. Ik heb contact gezocht met andere dierenartsen in de Verenigde Staten en Engeland, die vanuit wetenschappelijk onderzoek en inzichten de tandheelkunde ontwikkelen. Bij deze mensen heb ik geleerd veel voorzichtiger te zijn met het veranderen van het gebit. Het veranderen van de hoek van de kiezen, of het inkorten van snijtanden wordt met de grootst mogelijke voorzichtigheid uitgevoerd en zeker niet te rigoureus in één keer. Voor echt grote problemen is het vaak nodig de correcties over langere tijd uit te spreiden.
In het algemeen ben ik groot voorstander van een werkwijze die gebaseerd is op degelijk wetenschappelijk onderzoek.
Ik ben zelf erg terughoudend in het gebruik van de titel paardentandarts. Voor mensen is de titel tandarts beschermd en mag alleen gebruikt worden door mensen die daarvoor een universitaire opleiding succesvol hebben afgerond. Bij dieren is dit (nog) niet het geval. Iedereen kan een vijl kopen en bordje aan zijn deur spijkeren met de titel “paardentandarts”. Zelf gebruik ik liever de term tandheelkundig dierenarts voor paarden. Kennis van de laatste stand van de wetenschap en de techniek, gecombineerd met ervaring en vaardigheid maken volgens mij een goede tandheelkundig dierenarts voor paarden, die zich op den duur misschien ook tandarts zou mogen noemen.